DCRM 2024

  • Beatrixtheater Utrecht
  • 7 november 2024 09:00 - 8 november 2024 17:00

Parallel session E

Afgelopen DCRM hebben we stilgestaan bij de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid tijdens de medisch specialistische revalidatie (MSR). Intussen heeft de wereld niet stilgestaan. Ervaringsdeskundigen binnen en buiten de revalidatie pakken zelf de handschoen op om de kloof tussen de wereld tijdens de revalidatie en de wereld eenmaal weer thuis te overbruggen. Thuis start het leerproces naar persoonlijk herstel en een nieuwe identiteit. Ervaringsdeskundigen zijn daarin van toegevoegde waarde. Zij helpen de patiënt de opbrengst uit het revalidatietraject optimaal te benutten.

De organisatie en professionaliteit van deze ervarings-deskundigen groeit en versnelt. Op sociale media, in de regio en bij patiëntenverenigingen zien we veel initiatieven. Een ontwikkeling die voorziet in een behoefte, die groeit en niet meer stopt.

Toegang tot deze ervaringsdeskundige ondersteuning hangt nu af van het netwerk en de assertiviteit van de patiënt. Door de kloof tussen formele zorg en informele zorg te slechten, kunnen we deze voor iedereen toegankelijk maken. Effectievere revalidatie voor onze patiënten; haak jij af of haak je aan?

Leerdoelen:

Na afloop hebben deelnemers:

  • kennis van vormen van ervaringsdeskundigheid buiten de MSR en de toegevoegde waarde
  • handvatten voor samenwerking tussen formele en informele zorg, om met vertrouwen toe te leiden naar ervaringsdeskundigen buiten de eigen organisatie.

Voorzitters en gespreksleiders: Paul Boeren en Annette van Kuijk

Sprekers informatieve pitches:

  • Hersenspinsels, de podcast – Harmen Hiddink, ervaringsdeskundige Sint-Maartenskliniek en podcastmaker
  • Levenslang leren vanuit perspectief patiëntorganisatie – Paul Boeren, ervaringsdeskundige Dwarslaesie Organisatie Nederland vertelt over de rol die patiënt organisaties als de DON daarbij kunnen spelen
  • Levenslang leren is niet diagnose gebonden – Mia Willems vertelt vanuit haar ervaring binnen Mijn leven 2.0 hoe dat ook op een niet diagnose gebonden manier kan
  • Hervinden van veerkracht met behulp van kunst – Mijke Ulrich, zelfstandig ervaringsdeskundige regio Eindhoven.

Panelleden:

  • Sprekers pitches
  • Marleen Kampert – ervaringsdeskundige en voormalig fysiotherapeut
  • Ruth Wobma – onderzoeker ervaringsdeskundigheid

Programma:

  • Podcast (van ongeveer 5 min) van tevoren gemaakt door Marleen Kampert en Harmen Hidding ter voorbereiding voor deelnemers, met introductie onderwerp en prikkelend, zodat zij voorbereid beginnen aan het goede gesprek.
  • Welkom en pitches – 30 min
    o          5 Goede voorbeelden in korte pitches van max. 5 minuten
    o          Vragen te beantwoorden tijdens deze pitches:
    – Wat doe je precies voor lot-/bondgenoten; hoe ziet het eruit?
    – Wat is de drijfveer die daarachter zit?
    – Wat heb je te bieden aan de MSR?
    – Wat heb je nodig van MSR?
  • Gesprek met panel en zaal – 40-50 min
    over thema’s:
    o          Hoe verbind je wat tijdens de MSR wordt geleerd met wat daarbuiten in de daadwerkelijke leefwereld nodig is? Wie heeft daar een rol/ verantwoordelijkheid in?
    o          Er is van alles in die wereld buiten de MSR. Je ziet door bomen het bos niet en kunt kaf niet van koren onderscheiden. Hoe kan ik met gerust hart adviseren?

    Tijdens dit gesprek zal een (be)tekenaar aanwezig zijn die rode draad, tips en acties in tekening vastlegt.
  • Bespreken tekening en afsluiting – 10 min
    Wat nemen we hieruit mee en perspectief hoe verder op proces vanuit VRA en RN?

Een belangrijke determinant van revalidatiegeneeskundige behandelingen is de functionele prognose van de patiënt. Hoewel we steeds beter weten wat de verwachtingen voor aandoeningen zijn op groepsniveau, zijn gesprekken hierover met de individuele patiënt vaak complex. Enerzijds is het lastig om wetenschappelijke inzichten (op groepsniveau) te vertalen naar de individuele patiënt, anderzijds is het zaak om patiënten en/of ouders zo goed als mogelijk toe te rusten (met kennis en vaardigheden) om te komen tot gezamenlijke besluitvorming en aan te sluiten bij de individuele informatiebehoeften van de patiënt of diens ouders. Het afstemmen tussen individuele informatiebehoeften en kennis over functionele prognose is een kernvoorwaarde voor gezamenlijke besluitvorming, dus het belang van een goed gesprek is groot.  In deze workshop zullen we een aantal aspecten behandelen over het voeren van gesprekken over de diagnose en prognose met patiënten met verschillende aandoeningen en/of hun ouders.

Leerdoelen:

Aan het eind van de sessie hebben deelnemers:

  • Kennis van belangrijke aspecten van diagnose/prognosecommunicatie, toegepast bij (aanstaande) ouders van kinderen met een reductiedefect of cerebrale parese en patiënten met ALS
  • Geoefend met enkele gesprekstechnieken die je zou kunnen toepassen in de praktijk 
  • Geleerd van elkaars ervaringen over wat moeilijk is in deze communicatie en wat helpt in de praktijk.

Voorzitter/sprekers: 

  • Dr. M. Alsem, kinderrevalidatiearts, onderzoeker KCRU 
  • Dr. M. Ketelaar, senior-onderzoeker KCRU; UMC Utrecht en De Hoogstraat Revalidatie (KCRU)

Sprekers:

  • Drs. J. vd Kemp, AIOS revalidatiegeneeskunde en PhD candidate, KCRU
  • Dr. I. van Wijk, kinderrevalidatiearts, onderzoeker KCRU
  • Dr. A. Beelen, senior-onderzoeker KCRU
  • Vertegenwoordiger Oudervereniging CP Nederland/ ALS vereniging

Programma:

  • Inleiding: Wat is het probleem? – M. Alsem en M. Ketelaar
    Is het lastig om de diagnose en prognose te bespreken met patiënten/ouders? 
    We weten steeds meer over het functioneren van (groepen) patiënten, maar waarom blijft het gesprek hierover lastig? 
    Discussie tussen de deelnemers 
  • Korte presentaties:
    – Prenatale counseling bij ouders die zwanger zijn van een kind met een reductiedefect –
    I. van Wijk
    Kern: Hoe sluit ik aan bij de informatiebehoefte van de ouders, waarbij er soms ook nog een beslissing over de voortgang van de zwangerschap moet worden genomen. Welk beeld schets je, hoe uitgebreid en welke informatie heb ik als zorgverlener nodig 

    – Bespreken van de diagnose met ouders van jonge kinderen met (risico op) CP – J. vd Kemp
    Kern: Wat zijn de behoeften van ouders t.a.v. communicatie, informatie en ondersteuning? Hoe maak ik de vertaalslag van wetenschappelijke inzichten ten aanzien van het functioneren naar de individuele patiënt?

    – Bespreken van de levensverwachtingen met patiënten met ALS – A. Beelen
    Kern: het bespreken van de individuele levensverwachting bij ALS vereist een goede aansluiting op individuele wensen en behoeften van de persoon met ALS en diens naasten. Zo kan het mensen met ALS meer controle geven over hun zorg en de lastige keuzes die hierin gemaakt moeten worden.
  • Zien we verschillen/overeenkomsten tussen deze groepen? – M. Alsem/allen
    Vorm versus inhoud: mogelijke rollen in consultvoering/besluitvorming
  • Hoe kun je de communicatie met ouders verbeteren, de juiste luisterhouding. Oefenen met gespreksvoering – M. Alsem en I. van Wijk
  • Wrap-up, afronding, wat gaan we maandag anders doen? – M. Alsem

Dit symposium beoogt inzicht te bieden in de chirurgische behandelopties van de bovenste extremiteit bij patiënten met centraal of perifeer zenuwletsel.

Het neurohandchirurgie team in Twente biedt sinds jaren chirurgische behandelingen aan bij mensen met centraal of perifeer zenuwletsel. Hier zijn een uitgebreid indiceringstraject, ervaren handchirurgen en intensieve nabehandeling voor nodig, waarbij voor elke patiënt de individuele situatie worden meegenomen in een gepersonaliseerde behandeling. Intensieve samenwerking tussen het revalidatieteam en de plastische chirurgie is een vereiste.

Er zal in dit symposium worden stilgestaan bij de organisatie van zorg voor de verschillende doelgroepen. Aan de hand van casuïstiek zal nader inzicht worden verschaft welke klinische kenmerken worden meegewogen om tot een behandelplan te komen. Ook de postoperatieve revalidatiefase en het resultaat komen aan bod.

Verder zullen de eerste inzichten worden gedeeld van ruim 5 jaar zenuwtransfers bij dwarslaesiepatiënten door neurohandchirurgie team Twente: wat zijn de uitkomsten en welke factoren zijn hierop van invloed? 

Na een korte introductie richt de eerste presentatie zich op het beschrijven van de patiëntenstroom bij arm-handchirurgie voor mensen met een dwarslaesie of perifeer zenuwletsel binnen het Roessingh Diagnostisch Centrum voor arm-hand. Hierbij wordt ingegaan op de samenwerking in Nederland op het gebied van reconstructieve arm-handchirurgie, in- en exclusiecriteria, klinimetrie en mogelijke behandelopties. De rol van het neurohandchirurgie team Twente, waarin het revalidatieteam van Roessingh, Centrum voor Revalidatie en de plastisch chirurgen van Medisch Spectrum Twente intensief samenwerken, komt hierbij uitgebreid aan de orde. Deze samenwerking en het behandeltraject zullen geïllustreerd worden aan de hand van casuïstiek.

In de 2e presentatie worden de tot nu behaalde resultaten bij reïnnervatie van de posterior interosseus nerve (PIN) en anterior interosseus nerve (AIN) bij mensen met een dwarslaesie toegelicht. In de afgelopen ruim 5 jaar zijn deze patïenten door het neurohandchirurgie team in Twente behandeld. Wat zijn de uitkomsten en welke factoren zijn hier op van invloed?

Het mini-symposium wordt afgesloten met een presentatie over het diagnostisch traject voor patiënten met hersenletsel, zoals we dit in Roessingh vormgeven. Een casus van een CVA patiënt met een a-functionele arm en daarbij klachten van pijn en spanning wordt nader toegelicht. We besteden aandacht aan het lichamelijk onderzoek, de klinimetrie, de indicatiestelling voor een operatieve ingreep en de waarde van multidisciplinaire samenwerking hierbij. Tevens wordt de nabehandeling na een dergelijke ingreep besproken.

Leerdoelen:

  • Inzicht verkrijgen in chirurgische behandelopties voor de bovenste extremiteit bij patiënten met een dwarslaesie, perifeer zenuwletsel of bij hersenletsel
  • Kennis vergroten over het klinische beslisproces en de uitkomsten bij neurohandchirurgie
  • Inzicht verkrijgen in resultaten na zenuwchirurgie bij dwarslaesiepatiënten.

Voorzitter: Corien Nikamp, PhD

Programma:

  • Introductie symposium – Corien Nikamp, PhD – 5 min
  • Arm-handchirurgie bij patiënten met dwarslaesie of perifeer zenuwletsel: diagnostisch proces en casuïstiek – Ellen Maas, MD, Nora Jacobs, MD en Leontien Bies, FT – 40 min
  • Eerste resultaten van >5 jaar zenuwchirurgie bij dwarslaesiepatiënten door neurohandchirurgie team Twente – Ellen Veldboom, MD – 10 min
  • Arm-handchirurgie bij patiënten met hersenletsel: diagnostisch proces en casuïstiek – Merel Bijleveld, MD – 20 min
  • Algemene discussie en vragen – Corien Nikamp, PhD – 5 min

Het Stroke Cohort Outcomes of REhabilitation (SCORE)-onderzoek bestaat 10 jaar. Dit observationele onderzoek van Basalt volgt revalidanten met een beroerte. Aanvankelijk om uitkomsten, praktijkvariatie in proces en structuur, en kosten te meten. Momenteel is het onderzoek meer gericht op meeteigenschappen van nieuwere patient-reported outcomes (PROMs). In dit mini-symposium nemen we je graag mee in de resultaten en aanbevelingen vanuit 10 jaar onderzoek. Wij zien in onze resultaten mooie kansen voor ons vak!

Leerdoelen:

  • kennis over praktijkvariatie en kosten m.b.t. CVA revalidatie tussen revalidatiecentra van het SCORE onderzoek
  • kennis over de uitkomsten en aanbevelingen vanuit het SCORE onderzoek
  • kennis over de bevindingen Fast@home, huidige stand van zaken t.a.v. eHealth/blended care, en kansen op dit gebied.

Voorzitter: Diana Oosterveer

Programma:

  • Introductie – Diana Oosterveer
  • Praktijkvariatie en kosten – Paulien Goossens en verminderen ongewenste praktijkvariatie middels REVION verbeterteam – Diana Oosterveer – 25 min
    Het SCORE onderzoek vond praktijkvariatie in structuur en proces van CVA revalidatie tussen revalidatiecentra. We lichten deze verschillen toe en berekenden conform value-based health care principes ook de (maatschappelijke) kosten tot 1 jaar na CVA. Momenteel worden er vervolgstappen gezet om ongewenste praktijkvariatie tussen revalidatiecentra te verminderen middels een verbeterteam. De eerste ervaringen hiermee worden gedeeld in deze presentatie.
  • Uitkomsten en aanbevelingen van het SCORE-onderzoek – Winke Pont en ervaringsdeskundige Peter Rijken (een SCORE onderzoekspartner) en ontwikkelingen t.a.v. meten van uitkomsten middels PROMs – Diana Oosterveer – 25 min
    Het SCORE onderzoek keek o.a. naar het verloop van verschillende symptomen/uitkomsten en lange-termijn uitkomsten, maar ook naar ziektepercepties en patiëntactivatie, een belangrijke voorwaarde voor zelfmanagement. In deze presentatie lichten we de uitkomsten toe en geven we gerichte aanbevelingen. Tenslotte wordt er ingegaan op ontwikkelingen t.a.v. het meten van uitkomsten middels PROMs.
  • Fast@home, een studie binnen het SCORE onderzoek en de kansen/ontwikkelingen t.a.v. blended care – Jorit Meesters – 25 min
    EHealth en blended care zijn bij uitstek thema’s die passen bij maatschappelijke veranderingen en kansen voor de revalidatiegeneeskunde. In deze presentatie worden de bevindingen van Fast@home, een studie binnen het SCORE uitgelicht, de huidige stand van zaken t.a.v. blended care binnen Basalt en verdere kansen en ontwikkelingen op dit gebied besproken.
  • Vragen en discussie – 13 min

De Kennisagenda Revalidatiegeneeskunde bevat vijftien kennishiaten, waarvan we het als beroepsgroep belangrijk vinden dat ze opgelost worden. Hoe kunnen we voortgang boeken bij het oplossen van deze kennishiaten? Het eerste waar we aan denken is vaak “door het opzetten van nieuw (zorgevaluatie)onderzoek”. Maar er zijn ook andere manieren om antwoorden op kennishiaten te vinden. Bijvoorbeeld door het gebruik van in de zorg verzamelde data (real-world data) of door het gebruik van bestaande data en resultaten uit eerder onderzoek. Naast dat dit vaak efficiënter en goedkoper is, kan dit ook een uitkomst bieden in situaties waarin het niet haalbaar of ethisch verantwoord is om te randomiseren.

In dit mini-symposium gaan we aan de hand van een algemene methodologische inleiding en een aantal concrete voorbeelden, met elkaar in gesprek over kansen om met bestaande en real-world data kennishiaten te beantwoorden. Wat is ervoor nodig om bestaande en real-world data voor dit doel te kunnen gebruiken? Wat verstaan we onder passend bewijs bij het beantwoorden van een kennishiaat? Zijn we bereid andere evidentie te aanvaarden dan randomized controlled trials?

Dit mini-symposium illustreert kansen voor het gebruik van bestaande en real-world data, in een veranderende maatschappij. Een maatschappij waarin de onderbouwing van (kosten)effectiviteit van behandelingen steeds belangrijker wordt, maar er tegelijkertijd ook meer mogelijkheden daarvoor zijn, o.a. doordat de beschikbaarheid van data toeneemt.

De opzet van dit mini-symposium is interactief: korte presentaties, met ruimte voor discussie. De presentaties bestaan uit een algemene methodologische inleiding op het onderwerp, gevolgd door enkele concrete, uitgewerkte voorbeelden. In de voorbeelden zijn verschillende soorten bestaande en real-world data gebruikt om een antwoord te vinden op een kennishiaat.

Door de combinatie van concrete voorbeelden met ruimte voor discussie willen we deelnemers bewust maken van en mee laten denken over de waarde en mogelijkheden van bestaande en real-world data voor de onderbouwing van (kosten)effectiviteit binnen de revalidatiegeneeskunde.

Voorzitter: Diana Oosterveer of een ander WeCo-lid

Presentaties:

  • Niet random: de methodologie van effectiviteitsonderzoek met bestaande en real-world data – Ruud Selles
  • Het leed verzachten: analyse van real-world data uit de pijnrevalidatie – Heleen Huijsmans
  • De Duimschroeven Aandraaien: Real-World Uitkomsten van Duimbasisartrose versus de RCT – Robbert Wouters
  • Shockwave bij kinderen, multicentrum analyse van ESWT zorgdata – Suzanne Lambregts
  • Andere wegen: landschapsanalyse voor een kennishiaat op basis van bestaande data en resultaten uit eerder onderzoek – Esther Hosli

Dat veel van onze patiënten weer willen werken of hun werk willen behouden is geen nieuwe maatschappelijke ontwikkeling. Wel nieuw en nog in ontwikkeling is de financiering en de organisatie van arbeid en revalidatie. Daarnaast is de inhoud van onze zorg continu in ontwikkeling en staan we voor grote uitdagingen in de toekomst (IZA). Arbeid is niet alleen een doel, maar ook een must! Waarbij arbeidsrevalidatie steeds meer een middel is om tot een optimale revalidatie uitkomst te komen.

Dit mini-symposium opent met 3 wetenschappelijke projecten op het snijvlak revalidatie en arbeid voor patiënten met NAH, persisterende musculoskeletale pijn en dwarslaesie. Vervolgens presenteren we de afbakeningen zoals beschreven in het duidingsrapport van het Zorginstituut (2023), en relevante onderdelen van de nieuwe generieke FMS richtlijn ‘Arbeid’ (autorisatiefase). Daarna beschouwen we de ontwikkelingen samen met de deelnemers in het thema van deze DCRM: kansen voor de revalidatiegeneeskunde.

Leerdoelen:

De deelnemer:

  • is up-to-date t.a.v. drie relevante inhoudelijke ontwikkelingen
  • is op de hoogte van de relevante delen van de afbakening revalidatie / arbeid en richtlijn Arbeid
  • ziet mogelijkheden om arbeid gerelateerde revalidatie in te passen in dagelijkse praktijk

Sprekers en presentaties:

  • Individual placement and support (IPS) voor mensen met NAH – Coen van Bennekom en Judith van Velzen – 25 min
    De ‘Individuele Plaatsing en Steun (IPS-)’ methode is een interventie waarmee zeer succesvol mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen aan werk worden geholpen. Een IPS-trajectbegeleider bekijkt wat iemand voor werk zou willen doen. Daarna wordt direct werk gezocht. Zodra iemand aan het werk is, wordt ook gestart met training en coaching. Bij het IPS+NAH project is onderzocht of IPS ook ingezet kan worden bij mensen met NAH in de chronische fase die gemotiveerd zijn om te werken, maar geen werkgever hebben. In deze sessie worden de resultaten gepresenteerd.
  • Selectie arbeidsrevalidatie voor mensen met persisterende musculoskeletale pijn – voor wie wel en wie niet? – Fred de Laat – 25 min
    Binnen Vroege Interventie (arbeidsrevalidatie in 7 revalidatiecentra) wordt al langere tijd een dataset bijgehouden. Uit deze set kan, naast het effect van deze arbeidsrevalidatie, ook worden gegenereerd welke patiënten zijn verwezen voor arbeidsrevalidatie maar hiervoor uiteindelijk niet in aanmerking kwamen. In deze sessie zullen deze resultaten worden gepresenteerd en bediscussieerd.
  • Arbeidsrevalidatie en duurzame arbeidsparticipatie na dwarslaesie – Ellen Roels en Renée van Dinter – 25 min
    Arbeidsrevalidatie voor personen met een dwarslaesie blijft onderbelicht en arbeidsdeelname van personen met een dwarslaesie is laag. Het blijft onduidelijk wat de beste ingrediënten voor arbeidsrevalidatie zijn. De principes van supported employment (ook de basis voor IPS) lijken ook bij dwarslaesie veelbelovend. Naast de arbeidsrevalidatie verdient ook het behoud van arbeid (=duurzame arbeid) aandacht. In deze presentatie worden de resultaten gepresenteerd van een Nederlands onderzoek naar determinanten van duurzame arbeidsparticipatie bij dwarslaesie.
  • Duiding Zorginstituut: aandachtspunten en kansen – Michiel Reneman – 25 min
    Het ZIN standpunt (2023) geeft handvatten voor inrichting van arbeidsgerichte revalidatie. In deze presentatie benoem ik kort de relevante delen van het standpunt, en ontwikkelingen in de wetenschap en de Nederlandse praktijk van revalidatie/arbeid. Binnen de Zorgverzekeringswet is het mogelijk om arbeidsgerichte MSR aan te bieden, maar niet arbeidsrevalidatie. Wij benoemen de aandachtspunten, en mogelijkheden voor samenwerking tussen ‘reguliere’ arbeidsgerichte MSR en de gespecialiseerde arbeidsrevalidatie, om te komen tot een optimale revalidatie voor alle revalidatiepatiënten.

Het mini-symposium wordt afgesloten met een discussie sprekers en deelnemers – 30 min
Doelstelling: verkennen mogelijkheden voor samenwerking tussen ‘reguliere’ arbeidsgerichte medisch specialistische revalidatie en de gespecialiseerde arbeidsrevalidatie om bij te dragen aan een optimale revalidatie voor alle revalidatiepatiënten.
(M.F. Reneman, Dr. F.A. de Laat, Dr. B. Sorgdrager, Drs. M.J.A. Edelaar, Dr. E.H. Roels, Prof. dr. C.A.M. van Bennekom. Revalidatie en Arbeid; ontwikkelingen, grenzen en mogelijkheden. Nederlands Tijdschrift voor Revalidatiegeneeskunde, juni 2023, 49-51.)

Neurological disorders are a leading cause of disability in the western world, with gait impairments presenting as a common and disabling issue among patients. Pes equinovarus deformity is one of the most important underlying motor deficits in patients with upper motor neuron lesions (e.g. stroke) and patients with hereditary motor and sensory neuropathies (HMSN). Despite the evident need, there is a relative underuse of surgical treatment options both nationally and internationally. Yet, based on our clinical observations and a previously published pilot study, surgical treatment often yields in positive outcome.

The objective of this mini-symposium is to gain knowledge on surgical treatment options. Firstly, a guideline will be presented that explains when surgical treatment can be considered as treatment option. Subsequently, range of surgical interventions for pes equinovarus deformity will be discussed. Finally, we will present the data of two studies with a repeated-measures design in individuals with stroke and HSMN. In these studies, the effect of surgical correction of pes equinovarus deformity on predefined personal goals, gait capacity (including underlying spatiotemporal, kinematic and kinetic characteristics) and daily life gait performance was investigated. During the introduction and discussion part of the mini-symposium, the audience will be engaged in the topic by interactive polls

Learning objectives are:

  • gain a clear understanding of when ankle-foot surgery may be considered in patients with neurological gait disorders.
  • familiarize oneself with the diverse surgical options available for patients with complex neurological gait disorders.
  • knowledge of the effectiveness of ankle-foot surgery on personal goals, gait capacity and gait performance

Chair: Noel Keijsers, Prof Clinical motor control, Radboud University / Sint Maartenskliniek)

Program and presenters:

  • Introduction of the topic with interactive polls – Noel Keijsers, Prof Clinical motor control, Radboud University / Sint Maartenskliniek – 10 min
  • Patient goals and management of gait impairments in patients with complex neurological gait impairments – Jorik Nonnekes, Rehabilitation physician, Radboudumc – 15 min *
  • Surgical options in the treatment of Cavovarus feet in patient with complex neurological gait impairments – Chris Donken, Foot & ankle surgeon Sint Maartenskliniek – 20 min *
  • Effect of surgical correction of pes equinovarus deformity on subjective gait evaluation gait perception (predefined personal goals) – Jorik Nonnekes (Rehabilitation physician, Radboudumc) en Noel Keijsers – 15 min *
  • Effect of surgical correction of pes equinovarus deformity on gait capacity and daily life gait performance – Bente Bloks (Junior researcher, Sint Maartenskliniek – 20 min *
  • Discussion with interactive polls and closure Noel Keijsers – 10 min

    * Includes 5 min time for questions and discussion

Depending on the audience, we will select English or Dutch.

In de dagelijkse praktijk ervaren ouders en zorgmedewerkers dat er diverse hiaten zijn in het zorgaanbod voor jonge kinderen met problemen in hun ontwikkeling. Het ontbreekt aan passende zorg op één plek, door fragmentatie van de zorg en financieringsbeperkingen. Het aanbod vanuit revalidatie, intensieve kindzorg en jeugdhulp overlapt of sluit juist niet op elkaar aan.

In de uitgangspunten van het Integraal Zorg Akkoord (IZA) hebben Rijndam (Medisch specialistische revalidatie (MSR)),  Middin (dagprogramma jonge kind, jeugdhulp) en Enver (intensieve kindzorg en jeugdhulp) kansen gezien om bovenstaande problemen aan te pakken. In 2 pilots wordt, middels een intensieve samenwerking, een nieuw geïntegreerd zorgaanbod gecreëerd voor deze jonge doelgroep.

In dit mini-symposium willen we u informeren en inspireren over de meerwaarde van deze nieuwe samenwerkingsvormen voor de betrokken gezinnen, medewerkers en organisaties en de lessen die we geleerd hebben bij het opzetten en uitvoeren van deze pilots.

Tot slot willen met u van gedachten wisselen over de kansen in de toekomst en de mogelijkheden voor uw eigen praktijk.

Voorzitter: Laura Haffmans, revalidatiearts bij Rijndam, zal het mini-symposium voorzitten vanuit haar rol als medisch coördinator voor het jonge kind.

Programma:

  • Een inleiding en kijkje achter de schermen bij het opstarten van nieuwe intensieve samenwerkingen – Laura Haffmans – 10 min
  • Ervaringen en meerwaarde van een integraal behandel en zorgaanbod voor kinderen met een intensieve zorgvraag op een verpleegkundig kinderdagverblijf – Yvette Wols en een betrokken ouder – 20 min
  • “Op stap”: Samen een stap verder met een integraal aanbod in ontwikkelingsstimulering voor kinderen binnen de jeugdhulp en MSR – Meriem Lamaari en Jasmijn van Bemmel – 20 min
  • Een blik op de toekomst, hoe verder? Kansen en mogelijkheden voor uw eigen praktijk? Een interactieve discussie met voornoemde sprekers en publiek o.l.v. Laura Haffmans – 30 min

In deze sessie willen we u stap voor stap meenemen in het proces dat we met deze 2 pilots doorlopen hebben.

In de inleiding zullen we een toelichting geven op de aanleiding en ambities om deze pilots te ontwikkelen en hoe we gestart zijn. Daarnaast zullen we ook een inkijkje geven in hoe we van deze ambities naar concrete plannen zijn gekomen en welke hobbels we hebben genomen.

Daarna zullen we in 2 presentaties dieper ingaan op de processen en ervaringen binnen de afzonderlijke pilots.

Aanleiding voor de eerste pilot is de ervaring dat bij een groot deel van de doelgroep op het verpleegkundig kinderdagverblijf de Groene Burcht ook een revalidatietherapie behoefte is. Deze kon in de praktijk niet altijd worden vervuld. Dit heeft ertoe geleid dat Rijndam met een behandelteam op locatie is gestart met als resultaat geïntegreerde zorg. In de presentatie zal dieper ingegaan worden op wat de meerwaarde en ervaringen voor ouders en kind zijn en wat het voor de Groene Burcht in bredere zin betekent heeft voor hun kwaliteit van zorg.

De tweede pilot betreft een samenwerking van Rijndam met Middin en richt zich op de doelgroep die tussen jeugdhulp en medisch specialistische revalidatie invalt. Op deze groep wordt een passend ontwikkelingsstimulering programma geboden, geïntegreerd met een therapeutisch aanbod. Het doel is uitstroom naar verschillende vormen van onderwijs. In deze sessie willen we onze ervaringen met u delen in de mogelijkheden die een dergelijke groep biedt, maar ook wat de uitdagingen onderweg geweest zijn.
Tot slot willen we met u stilstaan bij onze uiteindelijke droom:  Een Integraal zorgaanbod voor alle kinderen met een ontwikkelingsuitdaging in Rotterdam en daarbuiten