DCRM 2024

  • Beatrixtheater Utrecht
  • Dit evenement is afgelopen

Parallel session C

Maatschappelijke veranderingen zoals vergrijzing en personeelstekort maken de huidige organisatie van de medische zorg onhoudbaar, en daarom moet meer worden ingezet op preventie. Rijk, gemeenten, zorginstellingen, verzekeraars en ook het bedrijfsleven moeten samenwerken aan een gezonde samenleving (‘health in all policies’). Daarnaast vraagt de groeiende gezondheidskloof om effectieve interventies die juist de meest kwetsbare groepen bereiken. De IZA stelt dat uiterlijk 1 januari 2025 professionals uit de gemeentelijke domeinen en zorgprofessionals in de eerste, tweede en derde lijn moeten samenwerken in een (regionale) preventie infrastructuur (IZA, september 2022). De inzet hiervan omvat o.a. screening op leefstijl en verwijzen naar effectieve leefstijlinterventies. En hier ligt dus de kans en tegelijkertijd noodzaak voor revalidatie-instellingen: onze patiënten hebben een verhoogd risico op een ongezonde leefstijl, en leefstijl behoort een structureel onderdeel te zijn van hun (revalidatie)behandeling.

Tijdens deze workshop zullen stakeholders m.b.t. preventie en gezonde leefstijl pitches geven waarin ze vertellen hoe zij zouden kunnen bijdragen aan de eerdergenoemde preventie infrastructuur. De pitches bieden u handvaten: extra verdieping voor degenen die al aandacht besteden aan leefstijl, en juist praktische adviezen voor de starters om er per 2025 écht mee aan de slag te gaan.

Na de pitches volgt het actieve deel van de workshop: de wandeling. Tijdens een groepswandeling gaat u onder leiding  van een moderator met elkaar in gesprek. Welke inspiratie heeft u opgedaan tijdens de pitches waar u op korte termijn mee aan de slag wil op uw afdeling? Hoe weten we welke elementen in een preventie infrastructuur passen, en hoe effectief ze zijn? Welke kennis of tools heeft u daarvoor nodig? Wat zou nog verder moeten worden onderzocht?

Leerdoel:

Deelnemers leren over bestaande preventie initiatieven en doen inspiratie op hoe zelf een bijdrage te leveren aan een preventie infrastructuur. Al wandelend delen zij ideeën over hoe morgen van start te gaan, en bespreken ze ook knelpunten of belangrijke vragen die beantwoord dienen te worden voor het implementeren van een effectief leefstijl beleid.

Leden van de Werkgroep VRA Bewegen en Sport (WVBS) zullen de pitches introduceren en moderator zijn tijdens de wandeling.

Pitches door:  

  • Dr. A.A. (Annette) van Kuijk, Revalidatiearts en medisch directeur Tolbrug specialistische revalidatie, Jeroen Bosch Ziekenhuis, Den Bosch – Samen in beweging voor een gezonde regio
  • Dr. H.J.G. (Rita) van den Berg-Emons, Universitair Hoofddocent Health-related physical fitness and lifestyle’, Revalidatiegeneeskunde Erasmus MC – Leefstijlverandering na een dwarslaesie
  • Ir. M. (Marieke) Nijmeijer, Onderzoeker Lectoraat Kracht van Sport & Bewegen, Inholland – De ontwikkeling van een transmuraal leefstijlcoachingspad voor mensen met een dwarslaesie, caudalaesie of spina bifida.
  • Drs. M. (Martin) Fluit, Programma coördinator zorg, Stichting Special Heroes Nederland – Bouwen aan gezonde gewoontes
  • Drs. P. (Petra) Fieten, verpleegkundig leefstijlconsulent afdeling Heamatologie, UMCG, Groningen – Leefstijl in het UMCG: Groninger Leefstijl Interventie Model (GLIM)

Patiënten ervaren in hun dagelijkse praktijk direct de impact van onbeantwoorde onderzoeksvragen. Steeds meer wordt benadrukt hoe belangrijk het is om patiënten niet alleen als deelnemer, maar ook als partner in onderzoek te betrekken. Hierdoor kan een onderzoek opgezet worden dat aansluit bij hun behoeften en (on)mogelijkheden binnen de revalidatiezorg. Het perspectief van de patiënt staat hierbij centraal. Deze workshop bevat bijdragen van sprekers die toonaangevend zijn op het gebied van patiëntenparticipatie in revalidatieonderzoek en hun krachten bundelen. De workshop is een vervolg op de succesvolle editie tijdens het DCRM in 2023.

Het betrekken van patiënten in alle fasen van het onderzoekstraject, van de opzet tot de implementatie van de resultaten, zorgt niet alleen voor wetenschappelijk en maatschappelijk relevant onderzoek, maar maakt ook daadwerkelijk verschil in de kwaliteit van leven van patiënten. Patiëntenparticipatie in onderzoek  is meer dan alleen patiënten uitnodigen om mee te denken; hun stem en invloed kan op meerdere manier vorm gegeven worden. Vaak worden patiënten pas laat betrokken bij onderzoek, wat veroorzaakt kan worden door een gebrek aan kennis of initiatief bij professionals, maar ook door een tekort aan voorbeelden.

In deze workshop presenteren we diverse casestudies van patiëntenparticipatie in wetenschappelijk onderzoek en gaan we gezamenlijk aan de slag met praktijkgerichte vragen. Denk aan: waar vind ik patiënten die kunnen meedenken? Hoe vraag ik patiënten om hun perspectief te delen? Hoe zorgen we ervoor dat patiënten vanuit een lagere sociaaleconomische klasse ook betrokken worden? Welke barrières ervaren patiënten bij het meedenken in onderzoek en hoe kunnen we deze wegnemen?

Voorzitter: Diana Oosterveer, revalidatiearts en senior onderzoeker Basalt

Sprekers:

  • Baziel van Engelen – emeritus hoogleraar neurologie Radboudumc
  • Vera Verhage – patiëntenambassadeur wetenschap revalidatiecentrum Klimmendaal
  • Nicole Voet -revalidatiearts en senior onderzoeker Klimmendaal en Radboudumc
  • Janne Bolt – revalidatiearts in opleiding en onderzoeker Heliomare
  • Johan Lim – revalidatiearts in opleiding en onderzoeker Amsterdamumc

Programma:

  • Introductie door Diana Oosterveer – 5 min
  • Van wie is het onderzoek? Door neuroloog professor Baziel van Engelen – 25 min
  • De spierenraad: de opzet en uitrol van het patiëntenpanel binnen de onderzoekslijn “ Spieren in Beweging” van Klimmendaal – Vera Verhage en Nicole Voet – 10 min
  • Samenwerken met patiënten, hoe dan? Door early career onderzoekers en revalidatieartsen in opleiding Janne Bolt en Johan Lim – 15 min
  • Uiteen in groepen, begeleid door Baziel van Engelen, Diana Oosterveer, Vera Verhage, Nicole Voet, Janne Bolt en Johan Lim – 20 min
    In kleine groepen zal gewerkt worden aan een praktijkvraag.
    Wij zullen tijdens het DCRM aanwezige patiënten vragen zoveel als mogelijk aan te sluiten bij deze workshop, zodat het een co-creatie wordt
  • Plenaire terugkoppeling en verzamelen van take home messages – 15 min

Leerdoelen:
Alle aanwezigen zullen een symbolische “goodie bag” mee naar huis nemen vol kennis en inspiratie om aan de slag te gaan met patiëntenparticipatie!

Reviews van patiënten, als gelijkwaardige partner, betrokken in ons onderzoek:

” Is het niet voor mezelf, dan is het wel een ander.”

” Ja, echt die relevantie van onderzoek. En dat je dan ook echt ziet van; er gebeurt ook wat mee, en … dat leidt ook tot verbeteringen van behandelingen. “

” Nu heb ik ook weer een verhaal bij de koffie. Ik doe er weer toe!”

Ons zorgsysteem kent twee smaken. Er is een psychiatrische aandoening óf er is hersenletsel. Hierdoor voelt (bijna) niemand zich verantwoordelijk voor patiënten met hersenletsel en neuropsychiatrische gevolgen. Recent sloten meerdere klinieken met neuropsychiatrische expertise zelfs hun deuren of verminderden hun capaciteit. Deze maatschappelijke verandering maakt het steeds lastiger om de neuropsychiatrische kennis in hersenletsel-zorgketens te borgen. In de zorg komen patienten met ernstige neuropsychiatrische problemen vaker dan voorheen naar revalidatiecentra, terwijl er voor revalidatieartsen steeds minder mogelijkheid tot consultatie van een neuropsychiater beschikbaar is. Daarnaast constateren we dat er in Nederland ook voor mensen met lichte neuropsychiatrische gevolgen van hersenletsel weinig expertise voor handen lijkt. In de ons omringende landen wordt bijvoorbeeld veel vaker medicatie voorgeschreven bij verschijnselen van overprikkeling of vermoeidheid. Wat is daarvoor eigenlijk de evidence? En wat missen we in Nederland? Welke rol kan de revalidatiegeneeskunde hierin nemen, ligt hier een kans?

In dit minisymposium bespreken we hoe het komt dat niemand zich verantwoordelijk lijkt te voelen voor patiënten met neuropsychiatrische problematiek. We hebben het over de noodzaak van neuropsychiatrische kennis binnen de revalidatiegeneeskunde vanuit patiëntenperspectief. De evidence voor neuropsychiatrische interventies wordt besproken. Vervolgens exploreren sprekers en deelnemers aan het minisyposium het huidige neuropsychiatrische zorglandschap en de kansen die dit biedt voor de revalidatiegeneeskunde.

Toegevoegde waarde voor patiënten: Voor patiënten met neuropsychiatrische gevolgen van hersenletsel is gerichte expertise ook nu al slecht toegankelijk en deze toegankelijkheid dreigt verder te verslechteren. Patiënten met ernstige gedragsproblemen na hersenletsel vormen een stevige belasting voor mantelzorgers, zoeken versnipperd hun zorg, hebben een verhoogde kans op suïcide, kunnen zich agressief gedragen en vormen een grote uitdaging voor de maatschappelijke dienstverlening, waaronder politie en brandweer. Ook patiënten met ‘lichte’ neuropsychiatrische gevolgen worden vaak niet goed herkend en behandeld, waardoor zij niet tot optimale participatie komen. Verbetering van deze situatie is dringend gewenst. In dit minisymposium vragen we aandacht voor deze materie en denken we na hoe we vanuit de revalidatiegeneeskunde een bijdrage kunnen leveren aan deze problematiek

Leerdoelen:

Na afloop van dit minisymposium zijn de deelnemers:

  • op de hoogte van de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van neuropsychiatrische zorg in Nederland.
  • zich bewust van de noodzaak van kennis over neuropsychiatrische gevolgen binnen de revalidatiegeneeskundige behandeling.
  • geïnformeerd over de beschikbare evidence voor interventies mbt enkele veelvoorkomende neuropsychiatrische verschijnselen.

Voorzitter: Paulien Goossens

Sprekers en presentaties:

  • Paulien Goossens – Neuropsychiatrie in Nederland, een korte situatieschets – 10 min
  • Mascha Kamphuis – De meerwaarde van neuropsychiatrische kennis vanuit patiëntperspectief – 20 min
  • Boudewijn Bus – De evidence voor neuropsychiatrische kennis bij mensen met hersenletsel – 20 min
  • Boudewijn Bus, Mascha Kamphuis en Ineke Kortland – Interactieve discussie met deelnemers over gewenste neuropsychiatrische expertise en kansen voor de revalidatiegeneeskunde – discussie aan de hand van stellingen – 30 min

Inzet van eHealth wordt gezien als een belangrijk middel in de oplossing van het verwachte zorginfarct. Onder eHealth vallen communicatie- en informatietechnologieën die bijdragen aan educatie, preventie, diagnostiek, therapie en zorg op afstand. Met eHealth kunnen patiënten op een zelfgekozen tijdstip informatie lezen, informatie delen, oefeningen doen en (beeld)bellen met de zorgverlener. De verwachting is dat de inzet van eHealth kan bijdragen aan het vergroten van eigen regie onder patiënten. Meer eigen regie kan leiden tot betere geestelijke en lichamelijke gezondheidsresultaten, positievere ervaringen met de zorg die zij ontvangen en het gebruiken van minder zorg. Er is echter nog weinig bekend in hoeverre de inzet van eHealth in de revalidatiegeneeskunde bijdraagt aan het ervaren van eigen regie en in hoeverre dit leidt tot rolverandering van de zorgverlener, de patiënt en zijn/haar omgeving. In dit minisymposium willen we delen wat er hierover in de literatuur bekend is en welke kennis en ervaringen we hebben opgedaan bij de implementatie van eHealth in het klinische en poliklinische revalidatieprogramma van Revalidatie Friesland bij patiënten met NAH, chronische pijn, en kinderen met DCD en CP. Het leerdoel van dit symposium is kennis opdoen over de invloed van eHealth op eigen regie.

Allereerst zal een overzicht gegeven worden van wat in de literatuur bekend is over hoe eHealth bij kan dragen aan het vergroten van eigen regie van patiënten en hoe dit kan leiden tot een rolverandering. Daarna delen we onze kennis en ervaring met het implementeren van telerevalidatie bij Revalidatie Friesland en in hoeverre telerevalidatie heeft bijgedragen aan het vergroten van eigen regie van patiënten. Goede implementatie is een voorwaarde voor het gebruik van eHealth. Daarom zullen eerst de resultaten van een kwalitatief onderzoek worden gedeeld naar de veranderingen in de belemmerende en bevorderende factoren gedurende het implementatieproces van telerevalidatie. Daarna worden de resultaten gepresenteerd van interviews met zowel patiënten met NAH of chronische pijn en ouders van kinderen met DCD of CP, als met zorgprofessionals over wat zij onder eigen regie verstaan en hoe telerevalidatie daarbij kan ondersteunen. Als laatste zullen de resultaten worden gepresenteerd van een gevalideerd vragenlijstonderzoek bij ouders van kinderen met DCD en CP over eigen regie. Hierbij wordt gekeken naar de samenhang van de uitkomsten van deze vragenlijsten met de inzet van telerevalidatie. Om ervaringen te delen en discussies op gang te brengen tijdens en na de presentaties, wordt gebruik gemaakt van online interactieve presentatiesoftware.

Sprekers en presentaties:  

  • Dr. Lieke Heesink, universitair docent – Inzet van eHealth: invloed op eigen regie en rolverandering bij mensen met een chronische aandoening en zorgprofessionals
  • Sylvana Minkes-Weiland, MSc, onderzoeker – De belemmerende en bevorderende factoren bij de implementatie van telerevalidatie gedurende het implementatieproces
  • Carine Gotink, MSc, onderzoeker – Eigen regie bij het gebruik van eHealth: definitie, ondersteunende factoren, en ervaringen van patiënten (NAH en chronische pijn, en ouders van kinderen met CP of DCD) en zorgprofessionals – een interviewstudie
  • Dr. Heleen Reinders-Messelink, onderzoeker – Kwantitatieve metingen van eigen regie bij ouders van kinderen met CP of DCD, en de bijdrage van telerevalidatie bij het vergroten van die regie

Hereditary spastic paraplegia (HSP) designates a heterogeneous group of genetic disorders. Genetic testing is not always possible, and both the clinical status and the patients’ history may not always be sufficient to establish the diagnosis. In its pure form, HSP leads to progressive spasticity and weakness in the lower limbs resulting in various gait abnormalities. Due to the progressive nature of the clinical symptoms in HSP, these patients are typically treated differently to patients with cerebral palsy (CP). This symposium addresses the progressive nature of the disease and the identification of pathology related gait patterns that may help us to classify specific gait patterns and indicate appropriate treatment.

The symposium will start with a framework how to address the complexity of clinical decision making in progressive gait disorders, stressing the necessity to monitor disease progression and the resulting treatment strategy. This will be followed by an overview of the wide spectrum of underlying neural pathology in the different HSP subtypes and its effects on gait abnormalities. Then, the first results of a recent study that aims at identifying specific gait patterns in HSP is presented. A newly developed classification scale will be proposed, using standardized visual gait assessment with the goal to guide treatment decisions. Finally, this session will close with a presentation focusing on the role of surgical treatment for the different gait abnormalities in HSP

Learning Objectives: 

  • Acquire knowledge about the progressive nature of the gait abnormalities in HSP
  • Understand the complexity of clinical decision making in treatment of gait abnormalities in HSP
  • Insight in the validity and usability of a newly developed gait scale in HSP

Chair: M.J. Nederhand, MD, PhD

Speakers and presentations: 

  • M.J. Nederhand, MD, PhD – Complexity in clinical decision making in progressive gait disorders
  • R.J. Vermeulen, MD, PhD – Neurological manifestations of Hereditary Spastic Paraplegia (HSP)
  • M. Renskers, MD – Identification of specific gait patterns in Hereditary Spastic Paraplegia (HSP) using visual gait assessment as a guide for treatment decisions
  • A.C.M. Zeegers, MD – Surgical options in gait abnormalities in Hereditary Spastic Paraplegia (HSP)

Draagbare technologie (“wearables”) wordt toenemend gebruikt in het dagelijkse leven. Denk daarbij aan smartphones, smartwatches en allerlei andere technologie die het beweeggedrag van mensen objectief meten. Ook binnen de revalidatiegeneeskunde worden wearables toenemend gebruikt, maar het is zeker nog niet overal en altijd een standaard onderdeel van behandeling.
De afgelopen jaren zijn er vanuit de afdeling Revalidatiegeneeskunde van het Erasmus MC verschillende projecten gedaan waarin prototypen ontwikkeld en geëvalueerd zijn die zich richten op de revalidatie van de bovenste extremiteit na een CVA. Het gaat daarbij om het geven van feedback tijdens (at-home) oefensessies en tijdens dagelijkse arm-hand activiteiten, en het thuis testen van arm-handvaardigheid. Deze klinisch-technologische projecten hebben veel informatie opgeleverd.
Maar er bestaan ook nog belangrijke vragen, waarbij de antwoorden essentieel zijn voor het bepalen van de verder te nemen stappen. Hoe wordt er door mensen uit de praktijk aangekeken tegen de (meer)waarde van de hierboven beschreven technologieën? Wat zijn belangrijke determinanten van acceptatie en gebruik? Welke toepassingen worden als meer of minder relevant gezien?

Leerdoelen: 

Deelnemers:

  • hebben kennis van een aantal concrete onderzoekstoepassingen van wearables in de at-home CVA-revalidatie;
  • hebben – en dragen zelf bij aan – inzicht in de mogelijkheden van draagbare technologie én in de factoren die belangrijk zijn voor de uiteindelijke doorontwikkeling en toepassing in de praktijk.

Voorzitter: Hans Bussmann

Sprekers en presentaties:

  • Hans Bussmann (voorzitter) – De toepassing van draagbare technologie in de thuisrevalidatie na een CVA – 15 min
  • Marc Evers en Lex van Gelder (duo presentatie) – Demonstratie van en visie op het ArmCoach4Stroke systeem – 15 min
  • Herwin Horemans – Het ArmCoach4Stroke project: onderzoeksbevindingen – 15 min
  • Marc Evers en Lex van Gelder (duo presentatie) – Demonstratie van en visie op het ArmCoach4Stroke systeem – 15 min
  • Coen Lauwerijssen – De ontwikkeling en toepassing van sensortechnologie binnen de revalidatiegeneeskunde: het perspectief van private partners – 15 min
  • Jetty van Ginkel
  • Discussie – 30 min

Programma:

Het programma bestaat uit een algemene inleiding (achtergrond, projecten, doelen, aanpak), een demonstratie van het prototype van het ArmCoach4Stroke systeem door twee eindgebruikers (een [ex]patiënt en een behandelaar), en een beschrijving van de belangrijkste  resultaten, ervaringen en lessen van de onderzoeksprojecten op dit gebied tot dusver. Bij al deze projecten zijn ook private partners betrokken: met het oog op ontwikkeling van prototypes, maar ook vanuit de wens dat deze uiteindelijk op de markt komen. Dit is echter een lang proces, waarin het van belang is al vroeg de visie van bedrijven mee te nemen vanwege hun expertise met productontwikkeling en marktonderzoek.

In het symposium willen we streven naar maximale interactie. Dit gebeurt door tijdens de presentatie voldoende tijd te reserveren voor vraag en antwoord, maar daarnaast wordt in het laatste half uur van het symposium tijd gereserveerd voor groepsdiscussie met de aanwezigen: hoe kijken zíj́ aan tegen de mogelijkheden en de voorwaardelijke en belemmerende factoren van de toepassing van wearables in de revalidatiezorg?

Annually, more than 150.000 lower limb assistive devices are prescribed in The Netherlands. These include orthopedic shoes, and lower limb orthoses and prostheses that for instance aim to prevent falls, reduce plantar pressure or lower walking energy cost. Despite technological developments, the effectiveness of these devices often does not live up to expectations. Key to this problem is the lack of tuning of these devices to the individual user. Currently, such tuning is a time- and labor-intensive process that relies on the subjective expertise of the provider, which oftentimes results in suboptimal outcomes.

A novel approach towards individualized tuning of assistive devices is the so-called Human-in-the-Loop optimization (HILO) method. Using HILO, properties of the assistive device, for example orthosis stiffness or prosthetic alignment are continuously changed. Simultaneously, objective measurements of relevant performance criteria during walking and an AI optimization algorithm efficiently guide the selection of the properties towards maximal performance. Due to continuous developments of assistive devices and availability of smart AI, we foresee a widespread implementation of HILO in rehabilitation care. In this mini-symposium we will explain HILO and demonstrate its large potential by showing recent applications in tuning of rocker shoes, and lower limb orthoses and prostheses.

Learning objectives:

At the end of this mini-symposium, participants:

  • understand the importance and potential of Human-in-the-Loop optimization for individualized tuning of lower limb assistive devices
  • gain insights into the current developments of Human-in-the-Loop optimization in tuning of rocker shoes, lower limb orthoses and prostheses
  • discuss how Human-in-the-Loop optimization could enhance clinical decision making and treatment outcomes in rehabilitation care.

Chairs: Prof. dr. Han Houdijk, UMC Groningen and dr. Merel-Anne Brehm, Amsterdam UMC

Speakers and presentations: 

  • Human-in-the-Loop optimization, what is it and why would it help improve  efficacy of lower limb assistive technology? – Niels Waterval, Amsterdam UMC
  • Human-in-the-loop  optimization of rocker shoes to reduce peak plantar pressure – Rifko Kurnianto, UMCG Groningen
  • ADJUST-AFO; personalisation of the ankle-foot-orthosis stiffness to maximize walking performance – Merel-Anne Brehm, Amsterdam UMC
  • Human-in-the-loop optimization to tune stiffness and alignment of transtibial prostheses – Thijs Tankink, UMC Groningen
  • Demo of adjustable lower limb assistive devices and closing discussion – Juha Hijmans, UMC Groningen

Outline of the session:

In this mini-symposium we will demonstrate the potential of Human-in-the-Loop optimization for rehabilitation care, and specifically the prescription and tuning of personalized lower limb assistive devices. The first presentation will explain Human-in-the-Loop optimization, followed by the why and how this method can revolutionize personalization of lower limb assistive devices. Thereafter three use cases were Human-in-the-Loop optimization was used within different populations in the Amsterdam UMC and UMC Groningen are presented. First, the effects of Human-in-the-Loop optimization of rocker shoes apex parameters to optimize plantar pressure distribution is presented. Secondly, we will show the preliminary results of how the ankle-foot orthosis stiffness can be optimized using the ADJUST-AFO, a newly developed AFO of which the stiffness can be varied and optimized during walking. Third, the application of Human-in-the-Loop optimization to tune stiffness and alignment of a prosthetic foot will be discussed. These presentations are followed by a live demonstration of the adjustable assistive devices. The symposium will be finished with a panel discussion on which steps are necessary to revolutionize rehabilitation through implementation of Human-in-the-Loop optimization and set-up (multicenter) studies about their (cost-) effectiveness.  

De meeste mensen met een dwarslaesie hebben een incomplete dwarslaesie en een loopfunctie. Recent onderzoek geeft nieuwe inzichten in de meerwaarde van (nieuwe) diagnostiek en behandeling van de loopfunctie bij deze groep mensen met een dwarslaesie. In deze sessie worden de inzichten gepresenteerd uit recent onderzoek.

 Leerdoelen:

  • Inzicht in verschillen tussen mensen die lopen en een rolstoel gebruiken na een dwarslaesie op gebied van gezondheid, functioneren en kwaliteit van leven
  • Inzicht in de meerwaarde van draagbare sensoren om het lopen te meten
  • Inzicht in de effecten van training van het loopaanpassingsvermogen en conventionele loop- en krachttraining
  • Inzicht in de potentie van een intensief persoonlijk trainingsprogramma voor het behalen van persoonlijke doelen gerelateerd aan staan- en/of loopfunctie bij mensen met een incomplete dwarslaesie
  • Inzicht in de potentie van elektrostimulatie om het lopen te verbeteren bij mensen met een incomplete dwarslaesie.

Voorzitter: Dr. R. Osterthun, MD, PhD, revalidatiearts Rijndam Revalidatie en Erasmus MC, Rotterdam

Sprekers en presentaties:

  1. Dr. R. Osterthun, MD, PhD, revalidatiearts Rijndam Revalidatie en Erasmus MC, Rotterdam (voorzitter) – Gezondheid, functioneren en kwaliteit van leven bij mensen die kunnen lopen na een dwarslaesie; beter dan dat van mensen die een rolstoel gebruiken?
  2. Dr. M. Vos, MD, PhD, revalidatiearts, St. Maartenskliniek, Nijmegen – Draagbare sensoren om het lopen te meten: wat is de meerwaarde?
  3. Prof. dr. N. L.W.Keijsers, PhD, St. Maartenskliniek/RadboudUMC, Nijmegen – Training van het loopaanpassingsvermogen en conventionele loop- en krachttraining; resultaten van een RCT
  4. Dr. M. Maijers, MD, PhD, revalidatiearts Reade, Amsterdam – INSPIRE: een INtenSief PersoonlIjk REvalidatieprogramma voor het verbeteren van fysiek herstel bij mensen met een motorische en sensibele incomplete dwarslaesie in de post-klinische fase. De resultaten van een pilot
  5. S. Berkelmans, PhD-kandidate, Vrije Universiteit Amsterdam en Revalidatiecentrum Reade – Effectiviteit van FES-ondersteunde looptraining bij incomplete dwarslaesie – een pilot studie.

Programma:

  1. Introductie op het programma. Hierbij wordt ingegaan op waar mensen met een loopfunctie na een dwarslaesie in hun dagelijks leven tegenaan lopen, en de verschillen daarin met mensen die van een rolstoel gebruik maken – 15 min
  2. Er zijn grote verschillen tussen wat iemand kan in een testsituatie (“capacity”) en wat iemand in het dagelijks leven daadwerkelijk doet (“performance”). De validiteit en meerwaarde van draagbare sensoren in het meten van loopactiviteit is bij klinische revalidanten onderzocht – 15 min
  3. Middels een gerandomiseerd gecontroleerde studie met cross-over design is de effectiviteit van twee interventies en verschillende interventievolgordes onderzocht. De mogelijke verschillen tussen een training gericht op het verbeteren van het loopaanpassingsvermogen en conventionele loop- en krachttraining worden gepresenteerd – 15 min
  4. Een pilotstudie wordt gepresenteerd waarin wordt geëvalueerd of een 8-weken durende klinische opname met een intensief, persoonlijk en taak-specifiek trainingsprogramma kan leiden tot het behalen van persoonlijke doelen gerelateerd aan staan- en/of loopfunctie bij mensen met sinds maximaal 2 jaar een incomplete dwarslaesie – 15 min
  5. In deze presentatie wordt een pilot studie gepresenteerd. Vijf mensen met een incomplete dwarslaesie deden mee aan 10-weken looptraining met functionele elektrostimulatie. Het doel van deze studie was om de haalbaarheid, veiligheid en effectiviteit van FES-ondersteunde looptraining te onderzoeken – 15 min
  6. Paneldiscussie – 15 min